Of je nu het meest perfect gemaaide gazon in de buurt hebt of een weelderige, biodiverse tuin waar insecten vrolijk rondzoemen, er zijn altijd kale of gele plekken waar het gras niet wil groeien. Maar hoe ontstaan deze plekken eigenlijk? En nog belangrijker, hoe kun je ze aanpakken? Bovendien, welke rol spelen vogels hierin?
Gele en kale plekken in het gazon
Wat voor veel mensen een doorn in het oog is, zijn gele of kale plekken in het gazon. Soms krijgt de plassende kat van de buurvrouw hier de schuld van, de andere keer de hond van de buurman. Echter, de werkelijke oorzaak ligt veel dichterbij! Onder de grasmat bevinden zich namelijk vraatzuchtige insectenlarven die niet direct zichtbaar zijn, maar wel duidelijke gevolgen hebben. Veruit de meeste van deze larven zijn engerlingen of emelten.Wat zijn engerlingen en emelten?
Engerlingen en emelten zijn verzamelnamen voor verschillende soorten larven van een grote groep kevers (engerlingen) en langpootmuggen (emelten). Onder de keverlarven hebben we in Nederland voornamelijk te maken met de meikever, de junikever en de rozenkever. Wat betreft de langpootmuggen komen we vooral de weidelangpootmug en de koollangpootmug tegen. De verschillende soorten engerlingen zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden, net als de twee soorten emelten. Gelukkig is het onderscheid tussen de verschillende soorten niet noodzakelijk voor de bestrijding van de larven.
Hoe herken je engerlingen en emelten?
Zowel engerlingen als emelten zijn larven die zich onder de grond bevinden. Het kan lastig zijn om ze van elkaar te onderscheiden, maar gelukkig zijn er duidelijke kenmerken waarop je kunt letten om ze te kunnen herkennen.De emelt kan tot 5 centimeter groot worden en is grijsbruin van kleur. Een duidelijk kenmerk is dat deze larven geen duidelijke voor- of achterkant hebben en ook geen pootjes bezitten. Overdag blijven de larven verborgen, maar 's nachts gaan ze aan de groene delen van planten knagen, meestal zo dicht mogelijk bij de grond. Door deze voedingswijze kan de plant ernstig beschadigd raken, waarbij alles boven de beschadigde plekken afsterft, waardoor kale plekken in het gras kunnen ontstaan. Naast gras hebben emelten ook een voorkeur voor jonge plantjes in moestuinbakken, zoals sla.
De engerling kan tot 4 centimeter groot worden en is wit met een roodbruine kop. Anders dan de emelt heeft de engerling zichtbare pootjes. Bovendien krult de engerling zich typisch op in de vorm van een "C" wanneer je hem oppakt. De engerlingen voeden zich eerst met beschikbaar organisch materiaal, maar schakelen na verloop van tijd over op het eten van plantenwortels. Wanneer ze zich hier massaal aan tegoed gaan doen, sterft het gras boven de grond af, wat resulteert in gele of kale plekken in het gazon.
Hoewel je aan de hand van de schade al een idee kunt krijgen of je te maken hebt met een engerling of een emelt, is het beter om ze daadwerkelijk op te zoeken en te observeren. Hieronder hebben we een afbeelding waarin de meest opvallende verschillen tussen de twee te zien zijn.